Speciaal is het om me via deze weg tot u te mogen wenden .
Dit jaar mag ik u voor het 2e jaar voorgaan in het feestgedruis als Baron Guillaume Martin enz.
Ongewis
Wat carnaval ons dit jaar gaat brengen weten we niet. En misschien wordt het wel helemaal niets. Zolang het virus niet onder controle is, kunnen we weinig. Eén ding is echter wel zeker: Carnaval zal nooit verloren gaan. We zullen sterker en luidruchtiger terugkomen!
Bier drinken
Het begon op de elfde van de elfde. Ik kreeg toen plotsklaps een bezoekje van Ad Romijn op mijn kasteel Bouvigne. Ad kwam binnen met een blauw (als een tientje) mondkapje. Toen hij die afzette had hij ook nog een rooie neus. Ik dacht gelijk: ,,Die heeft gedronken.” Als het al zo was, had ik dit wel kunnen begrijpen in deze tijd. Ik zat al een paar dagen in quarantaine vanwege corona, maar na een die dagen gaat dat Coronabier je ook tegenstaan. Achteraf bleek dat quarantaine niet inhield dat je dat bier moest drinken, maar wist ik veel.
Geslagen
Ook mijn Groot Vizier, Dick de Wit, was bij mij op Bouvigne. Hij zat ook aan het Coronabier, maar hij had elke keer een sixpack, dat had hij liever. Van de nood een deugd gemaakt; ze hebben mij maar gelijk tot Baron van ‘t Ginneken geslagen. Weer drinken, maar nu was het gelukkig Schrobbelaer.
Maar alle gekheid op een stokje. Ik hoop dat we dit jaar toch nog een paar keer bij elkaar mogen komen, in wat voor vorm dan ook. Ik zie er naar uit om samen met mijn hofdames, Melina en Dyani, LKG, Bram Veeke, Groot Vizier, Dick de Wit en de rest van het gevolg u nog iets mee te geven van het carnavalsfeest. Eventueel digitaal en hoe beperkt misschien ook.
De Baron zal, na carnaval, verdwijnen, maar Carnaval zal nooit verdwijnen en altijd blijven bestaan.
Met carnavaleske groet, blijf gezond en veilig en houdt de moed erin.
Baron Guillaume Martin.
